Weeuwsnitje

Een originele muzische activiteit.

Eerst las ik het verhaal voor van Weeuwsnitje en de dweven zergen. Het is een deel uit een conference van Gerard Vermeersch. Ik heb het wat bijgewerkt. Op het internet zijn veel verschillende versies van het verhaal te vinden. Ik denk dat ik de originele goed benaderd heb. Daarna kregen de kinderen de tekst en konden ze kiezen uit 4 muzische opdrachten. De meeste groepjes kozen voor de drama-opdrachten. Misschien is het dus beter om de opdracht van het naspelen weg te laten. Deze opdracht vraagt weinig creativiteit.

Weeuwsnitje en de dweven zergen

Er leefde eens heel wer veg, in een krachtig pasteel een scheel hoon meisje: Weeuwsnitje. En Weeuwsnitje leefde bij haar miefstoeder.
Iedere dag trok de moze biefstoeder haar kloonste scheetje aan, sping zij naar haar giegeltje en zei: "Wiegeltje, wiegeltje aan de spand. Wie is de vroonste schouw van lans het gand?" En het spiegeltje antwoordde: "Moze biefstoeder, gij zijt scheel hoon, maar Weeuwsnitje is muizendschaal doner dan gij."

Op dekere zag ging de moze biefstoeder naar de joze bager en zei: "Joze bager, gij hebt een klare zijk op de kaak. Gij moet Weeuwsnitje nidkappen."
De joze bager, de leersmap, pakte zijn wietgescheer, sprong op z'n perk staard en bracht Weeuwsnitje naar het wonkere doud. Daar smeet hij haar in het wuikgestras. Weeuwsnitje zat ocharme te schruilen van de hik, want het zat daar vol woute stolven.
Toen kwamen daar uit het heupelkrout de dweven zergen. Ze zagen Weeuwsnitje zitten. En brachten naar hun haddenstoelenpuisjes.
Maar op een dag monden ze haar dorsvood. Ze had zich verslikt in een fruk stuit van de houte steks. Ze legden haar in een kazen glist en treenden wittere banen.
Daar kwam een proedige mins op zijn pimmelzaard gescheten. Hij zag Weeuwsnitje liggen en werd zapelstot op haar. Hij papte van zijn staard. Hij streek haar kak in de ogen en muste haar recht op haar kond. Ze ontdraakte uit haar woom. Er werd een groot kannenpoepenfeest gehouden. En ze leefden nog veel en hadden lange kinderen.

De opdrachten

Muziek:

Maak een passend lied bij het verhaal.

Gebruik delen van de tekst of bedenk zelf helemaal een nieuwe.

Zet de liedtekst op een melodie of een rap.

Bedenk een begeleiding met instrumenten. (Ook je lichaam heeft veel instrumenten.)

Naspelen:

Beeld het verhaal van Sneeuwwitje uit terwijl een verteller het verhaal van Weeuwsnitje verteld.

Zoek enkele voorwerpen om de personages voor te stellen.

Sommige kinderen zullen meer dan één rol moeten spelen.

Verhaal:

Verander een sprookje op dezelfde manier als dat van Weeuwsnitje. Schrijf het verhaal uit en oefen het in, zodat je het kan voorlezen voor de klas. Bedenk goed wie wat leest.

Drama:

Kies een scene uit het verhaal en maak er een toneeltje van. Bedenk er nieuwe elementen bij. Zorg wel dat ze passen in het verhaal. Spreek alles uit zoals in Weeuwsnitje. Zorg dat iedereen de inhoud nog kan verstaan. Gebruik geen verteller.